Samoa
Door: Simone
Blijf op de hoogte en volg Simone
04 Juni 2010 | Samoa, Apia
Op het vliegveld hebben we een auto gehuurd en zijn naar de zuidkust gereden. Er was enige verwarring of we links of rechts moesten rijden, volgens de Lonely Planet (2009) zou Samoa binnenkort overstappen op links rijden. En dat bleek inderdaad zo te zijn. Voor de duidelijkheid hadden ze (op het hele eiland!) om de 100 meter pijlen op de weg geschilderd en borden langs de weg gezet. Alleen waren de oude pijlen soms ook nog te zien (met een grote streep erdoor), dat schepte dan wat verwarring.
Onderweg maakten we meteen kennis met een typische Samoan traditie; de huizen in Samoa hebben geen muren! Het is echt een heel vreemd gezicht; een dak op palen en daaronder staan de tafels, stoelen, kasten en de tv. Samoans hebben ook geen bedden, iedereen slaapt gewoon op de grond. En voor de toeristen geldt hetzelfde, de standaard accommodatie is een open ‘fale’, een dak en een matras (of matje) op de grond. Als het regent zijn er wel gewoven matten van gedroogde palmbladeren die je kunt laten zakken, zodat het niet inregent. Natuurlijk zijn er ook gewone hotelkamers, maar dit is eigenlijk alleen maar toeristen.
Het volgende dat meteen opviel; elk dorp in Samoa heeft een nòg grotere kerk dan het naburige dorp; ongelooflijk kleine gehuchten hebben kerken die voor een kathedraal door kunnen gaan!
Wat ook echt opmerkelijk is in Samoa zijn de grasvelden in de dorpen, het zijn echt prachtige gazonnetjes waar de gemiddelde golfbaan trots op kan zijn. Je waant je bijna in een Amerikaanse buitenwijk. Tussen de huizen zie je overal kleine paarden die aan het grazen zijn, maar ik heb geen paard aan het werk gezien. Sowieso lijkt het wel of iedereen de hele dag ligt te slapen, er wordt weinig gewerkt. De meest geziene werkers zijn absoluut de grasmaaiers, daar hebben we er honderden van aan het werk gezien. Echt waar! Naast het ruisen van de zee is het gezoem van de grasmaaiers één van de meest constante geluiden die je gedurende de dag hoort.
Na een paar uur rijden kwamen we erachter dat je alleen in de hoofdstad Apia kunt tanken en aangezien onze Hyundai Santa Fe bezine slurpte, zijn we maar meteen naar Apia gereden. We waren eigenlijk van plan om aan de zuidkust te blijven, maar we zijn flexibel. In Apia hebben we een kamer genomen bij Aniva’s, een erg gezellig guesthouse (met muren :)). We hebben ’s middags meteen de auto omgewisseld voor een kleiner type (hadden ze niet op het vliegveld) en de benzinetank gevuld.
De volgende morgen zijn we oostwaarts gereden, een prachtige weg langs de kust. Het weer was wisselend, af en toe een enorme regenbui en daarna weer prachtig blauw. Onderweg hebben we gepicknickt onder een palmboom op een strandje en later in de middag hebben we een Fale geboekt bij Taufua Beach Fales. Onze fale had wel muren, een beetje comfort is wel prettig.
We hoorden in het hotel dat er vorig jaar september een enorme tsunami is geweest die dit deel van het eiland zwaar geraakt heeft. Dit hotel was helemaal verwoest, alles is pas net weer opnieuw opgebouwd. We zagen het vanmiddag al langs de weg, overal kapotte huizen en zomaar opeens boten aan de overkant van de weg. De fales zien er nu prachtig uit, lichtblauw geschilderd en keurig op een rij langs het strand. Het strand is prachtig wit, met groene palmbomen en een blauwe zee. Je kunt hier ook goed zwemmen, wat tot nu toe vaak lastig was door al het koraal voor de kust en op het strand. Hier kun je lekker de zee inlopen en echt zwemmen. Weer een nieuw paradijs gevonden!
Na twee dagen Taufa hebben we de ferry genomen naar Savai’i het grootste eiland van Samoa. Samoa heeft 8 eilanden (Fiji 330!) en in totaal 180.000 inwoners. Upolu en Savai’i rijd je in 4 uur rond, echt groot is het allemaal niet. De ferry was pas in gebruik genomen en groot genoeg voor 40 auto’s en 500 personen. Na anderhalf uur waren we veilig en wel aan de overkant. De eerste nacht hebben we in het Saufa hotel geslapen, we waren de enige gasten en ze moest even zoeken naar de hoofdschakelaar voor het licht aanging! De volgende morgen zijn we ons ‘rondje eiland’ begonnen en naar de noordkant gereden. De kust is echt prachtig, mooie stranden en een diepblauwe zee. Langs de noordzijde vind je overal lavavelden van de uitbarsting van de Mount Matavanu in 1905. We hebben een kerk bezocht die deels onder de lava verborgen lag. De lava stroomde heel langzaam, zodat er geen doden zijn gevallen, maar wel hele dorpen zijn verdwenen. Het graf van de Virgin Mary is volgens de locals heel bijzonder, de lavastroom is aan beide zijden langs het graf gestroomd en heeft haar tombe onbedekt gelaten....
In Manase hebben we een echte open fale genomen, direct op het strand. De prijs (25 euro pp) is inclusief diner en ontbijt. De volgende dag zijn we vroeg vertrokken en hebben het hele eiland rond gereden. Niet in 4 uur natuurlijk, maar in 9 uren met diverse stops onderweg. Bij alle bezienswaardigheden moet je entree betalen aan de eigenaar van het stuk grond. Alle grond in Samoa is namelijk privé eigendom. Soms is het belachelijk veel, en een entreekaartje krijg je bijna nooit. Het is ook niet altijd duidelijk of je wel de goede persoon te pakken hebt, als je een weg oprijdt en er komt iemand naar je toe die zegt “10 tale please”, weet je nog helemaal niet of er misschien 100 meter verderop een echte toegangspoort is. We hadden toch wel vaak het gevoel dat we werden afgzet, en dat was waarschijnlijk ook. Grappig is dat ik een keer stopte (gewoon langs de weg) om een foto te maken van een prachtige, hoge boom. Komt er een jongen aangefietst, en hij stopt met de vraag; “are you taking a picture of that tree?” Ik zeg voorzichtig “yes”, en hij zegt met een grote glimlach: “it’s beautifull, is it not”. Ik was er van overtuigd dat hij zou zeggen dat het stuk bos van zijn vader was en dat ik moest betalen voor het maken van de foto! En Frans vertelde me later dat hij precies hetzelfde dacht!
Bijzonder was Cape Mulinu’u, het meest westelijke deel van de wereld. Als je hier in de verte kijkt zie je ‘tomorrow’, de datumgrens ligt namelijk vlakbij. Prachtig waren ook de Alofaaga Blowholes. De golven stromen in de ondergrondse lava tunnels en het water wordt er aan het einde met een enorme kracht uitgestuwd. Ik heb het wel eerder gezien, maar nog nooit met de kracht zoals hier! Ongelooflijk, het water spoot echt tientallen meters omhoog. En oud mannetje maakte er een show van door er op het juiste moment een cocosnoot op te leggen en deze werd zeker honderd meter omhoog gegooid! Ik vond het heel erg indrukwekkend.
-
05 Juni 2010 - 06:31
Arend:
Hoi Frans en Simone,
Samoa ziet er wel erg aantrekkelijk uit. Dan lijkt Diemen wel ver weg. Hier zijn we in de ban van de verkiezingen en (anderen) van het voetbal. Iedere avond zijn er debatten en peilingen. Geniet ervan en we zien elkaar wel weer als jullie terug zijn.
Groet,
Arend -
07 Juni 2010 - 07:23
Kim:
Wauw, klinkt allemaal weer erg goed!! Inderdaad gaan wij woensdag allemaal stemmen, en zijn we opgelucht dat Robben toch mee kan naar Zuid Afrika. Geniet daar van de zon en zee!
Groetjes Kim -
09 Juni 2010 - 21:07
Helga:
Leuk om te lezen dat het echt zo'n andere wereld is!
En zelfs nu nog 52 dagen te gaan...
Veel plezier, Helga
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley